Viellevoy Arbeidsmediation | Advocatuur
In zorgorganisaties komt het vaak voor dat een nieuwe bestuurder van mening is, dat er sprake is van “een verwaarloosde organisatie” voordat hij/zij aantrad. Lange tijd heeft er geen verandering plaatsgehad, veelal omdat de voorgaande bestuurder bestuurde zoals hij al jaren bestuurde en er in zijn/haar ogen geen reden was voor verandering. Vaak zijn er in die situatie vertrouwelingen die steeds meer feitelijke macht kregen omdat ze steeds meer de werkzaamheden van de bestuurder overnamen. Afscheid nemen van de oude cultuur gaat dan vaak gepaard met de wens om ook afscheid te nemen van deze vertrouwelingen. Dat is geen sinecure.

Er ontbreekt natuurlijk dossier en bij een reorganisatie zullen ze hun verworvenheden niet snel opgeven. Een vruchtbare bodem voor conflicten die jaren kunnen slepen. Niet zelden gaat dit gepaard met veel stress voor betrokkenen en dus ook, bijna automatisch, met ziekmelding en langdurige arbeidsongeschiktheid. Zodra er weer enige mogelijkheid is tot re-integratie, komt het arbeidsconflict weer bovendrijven en adviseert de bedrijfsarts mediation. Het doel is dan het arbeidsconflict op te lossen waardoor de oorzaak van arbeidsongeschiktheid wordt weggenomen.

Vaak hebben beide partijen dan weinig fiducie, maar ook weinig zin in de mediation. Ik vertaal dit in : “Er is weinig commitment”. Als ik vraag wiens idee het was om mediation in te zetten, verwijzen ze naar de bedrijfsarts. Voor hen hoeft het eigenlijk niet. Maar ja, weigeren kunnen ze niet, dan staan ze 1-0 achter in een komende procedure, en die procedure is onvermijdelijk, zo geven ze beiden, afzonderlijk, aan.

Zo ook in een case die onlangs mijn pad kruiste.

 

Genoegen nemen met minder dan “waar ze recht op hebben” voelt als een toegeven

aan de ander die toch echt moreel gezien een lagere standaard heeft.

 

Ze zijn zo overtuigd van hun eigen gelijk dat ze denken dat ze allebei een ijzersterke zaak hebben en geen millimeter hoeven op te schuiven naar de ander. Ze hebben advocaten en die zijn het geheel met hun cliënten eens. Mediation, en dus zoeken naar een gezamenlijk compromis, levert hen in feite dan minder op. Genoegen nemen met minder dan “waar ze recht op hebben” voelt als een toegeven aan de ander die toch echt moreel gezien een lagere standaard heeft.

In zo’n geval is mediation slechts een rituele dans. Er is niet de wens van partijen om echt middels mediation en de daarvoor geldende regels, geschreven en ongeschreven, een oplossing te vinden. Mediation vergt dat je bereid en in staat bent af te stappen van de eis om gelijk te krijgen. Dat je bereid en in staat bent de zaak ook te bezien vanuit de schoenen van de ander, dat je in staat bent aan te geven wat je zelf nodig hebt en wat de ander daarin kan bijdragen, maar ook omgekeerd.

Indien je dat niet kunt of niet wilt proberen, dan heeft het geen zin om aan mediation te beginnen. In de genoemde case heb ik partijen uitgenodigd voor één gesprek en aangegeven: “Nu jullie er toch zijn, laten we een ultieme poging doen om een oplossing te vinden. Lukt het niet, dan sluit ik de mediation en wens ik jullie succes bij de rechter”. En zo geschiedde. Ze kwamen er samen niet uit.